Als bioloog droomde ik van een eigen natuurgebied. Met echte natuur die ik zelf zou gaan maken. Waar ik nooit andere bezoekers zou tegenkomen. Waar ik altijd van het pad af zou mogen en waar ik dan gegarandeerd allerlei dieren zou aantreffen, omdat ik het terrein speciaal voor ze had ingericht.

In 1999 deed zich de kans voor om deze droom te verwezenlijken. We verhuisden van een rijtjeshuis in Amersfoort naar Drenthe. Een vrijstaand huis met bos en een lap grond erbij, aan de rand van Nationaal Park Drents Friese Wold.

reeweg 1 bij aankoop 1999 hoe het was2

Foto 1. De aangekochte grond bestond uit een armzalig dennenbosje met een weiland, omzoomd door zilversparren (zie ook foto 4).

Maar mijn droom leek nog ver weg. De aangekochte grond bestond uit een armzalig dennenbosje met een weiland, omzoomd door zilversparren. Dat leek in de verste verte niet op wat ik in gedachten had: een gevarieerd natuurparadijs met een hoge biodiversiteit.

Dat wilde ik bereiken door verscheidenheid te creëren. Hoe gevarieerder en hoe diverser een gebied, hoe veerkrachtiger. Zo’n natuurgebied is niet alleen goed voor de biodiversiteit maar ook veel beter bestand tegen ziektes, plagen en klimaatverandering.

schetsen tuinwallen 5 van 7

Foto 2. Eerste schets van het geplande natuurterrein.

Ik verdiepte me in natuurbouw en ging aan de slag: poelen werden uitgraven, stapelmuren opgebouwd, hagen aangeplant en wilde planten ingezaaid. Met vallen en opstaan ontstond langzamerhand mijn gewenst natuurparadijsje, dat ik stapsgewijs verbeterde en aanpaste aan de wensen van wilde planten en dieren. Door steeds goed te kijken, uit te proberen, te monitoren en veel te lezen ontwikkelde ik een ‘fingerspitzengefühl’ voor kleinschalig natuurbeheer, waar vooral amfibieën en reptielen (mijn favoriete diergroep) van bleken te profiteerden.

167 edo vissen met net 1 of 8

Foto 3. Met een schepnet op zoek naar amfibieën.

Edotopia

De jaren erna konden we bos en landbouwgrond bijkopen. Nieuwe ideeën werden uitgevoerd (waaronder de realisatie van een fotohut), biotopen uitgebreid en verbeterd. Ik werd steeds beter in het maken van natuur. Ik ontdekte hoe belangrijk het is om af te rekenen met de Nederlandse netheidscultus. Hoe rommeliger hoe beter!

Nachtegalen, appelvinken, wezels, dwergmuizen, poelkikkers, ringslangen, moerassprinkhanen en allerlei andere kleine dieren lieten hun dankbaarheid blijken door zich in mijn natuurgebied te vestigen. Vrienden die op bezoek kwamen verbaasden zich over de plotselinge natuurrijkdom en noemden ons terrein enthousiast ‘Edotopia’.

landje landschap 7 van 13

Foto 4. Edotopia in 2023. Het resultaat na 23 jaar, zie ook foto 1.

 wezel 2 van 28

Foto 4. Wezel. Allerlei kleine dieren lieten hun dankbaarheid blijken door zich in Edotopia te vestigen.

Waar grote terreinbeheerders faalden of alleen met veel subsidie soorten konden behouden bleek ik in staat om op eigen grond en op eigen kosten een hoge soortenrijkdom te realiseren. Mijn geheim: kleinschalig, rommelig natuurbeheer zonder begrazing. Schapen, koeien of paarden zijn taboe in Edotopia. Ze eten planten op die je wilt behouden, ontlasten zich in je poelen, trappen de bodem dicht en snoeien struiken die je niet wilt snoeien. Grazers houden geen rekening met biodiversiteit maar lopen, schijten en vreten waar ze willen. Ze verarmen Edotopia.

Ga mee op excursie: Binnenste buiten op bezoek in Edotopia

Natuurverrijking

In heb, heel eerlijk, uitgezonderd grazers van alles ingebracht om Edotopia te verrijken. Kosten noch moeite zijn gespaard om een maximale biodiversiteit te realiseren. Reguliere natuurgebieden zijn veel te netjes, ze zijn aangeharkt en opgeruimd. Met stenen, zand, beton, dood hout, stobben, maaisel, takken, schelpengruis en golfplaten maakte ik edotopen: schuil, broed- en verblijfplaatsen voor allerlei dieren.

huis en terrein drone luchtfotos 7 van 25

Foto 5. Edotopia vanuit de lucht. De variatie in edotopen (zie onder) is goed zichtbaar.

Edotopia is opgebouwd uit een mozaïek van edotopen, die dieren aantrekken:

  • Steenhopen (grof puin, afgedekt met een laag veldkeien)
  • Dood hout en stobben (opgestapeld of gewoon neergelegd)
  • Faunabulten (takkenhopen met plaggen erop)
  • Maaiselhopen (hooibergen, maaisel uit eigen terrein)
  • Braam- en struweelhagen (ondoordringbaar struweel)
  • Golfplaten (neergelegd om kleine dieren schuilplekken te geven)
  • Ringslang-broedhopen (volgens bestaand recept) en ei-afzetplekken voor hagedissen (open zandplekken op het zuiden)
  • Nestkasten voor vogels, marters en egels
  • Insecten-restaurants (bloemrijk- en heischraal grasland)
  • EDO laagtes (grote ondiepe poelen die droogvallen in de zomer)

Ja, je leest het goed, EDO laagtes. Dat zijn speciale poelen, ze zijn Economisch, Duurzaam en Ondiep en ze liggen droog in de herfst. Dat zit zo. Als eigenaar van een reisbureau kwam ik vaak in Zuid-Europa. Hier zag ik dat goede voortplantingswateren van amfibieën in de zomer droogvallen. Ik probeerde het uit op eigen terrein en het werkte: grote, ondiepe poelen die droogvallen trekken niet alleen amfibieën aan, maar zorgen ook voor een veel hoger voortplantingsresultaat in vergelijking met poelen die jaarrond water hebben.

 250a biotoop boomkikkerpoel

Foto 6. EDO laagte. De ideale voortplantingspoel voor amfibieën, een eigen uitvinding.

Het mooie is dat EDO laagtes (die zich in de winter vullen met regenwater en door mij regelmatig bekalkt worden) ook altijd helder water hebben en in het voorjaar vol zitten met plankton: watervlooien. Deze kleine diertjes zijn het stapelvoedsel voor watersalamanders. Op Landgoed de Eese zijn, op mijn advies, een tiental EDO laagtes aangelegd. Compleet met PVC buizen op het diepste punt om het water in augustus te kunnen laten weglopen. Het resultaat is overweldigend. In het voorjaar hoor je een concert van honderden boomkikkers en bij nachtelijke inspectie met een zaklamp zie je tientallen kamsalamanders. Je zou denken dat iets wat werkt zijn weg wel vindt in natuurminnend Nederland, maar niets is minder waar. Voor poelen die droogvallen zijn geen subsidies van toepassing, veel beheerders houden er (dus) niet van? Of is het omdat hun grote grazers er in een warme zomer niet uit kunnen drinken? Ik weet het niet. Feit is dat boomkikkers en kamsalamander nog steeds op de Rode Lijst staan en met moeite overeind worden gehouden.

Behalve water zijn hoogteverschillen in het terrein essentieel. Simpel gezegd: Nederland is te vlak en daarom relatief arm aan soorten. Greppels, kuilen, gaten, heuvels, bergen of wallen; het maakt niet uit, alles wat je doet om reliëf aan te leggen is gunstig voor de biodiversiteit. Maar pas op: het gaat ook om hoogteverschillen in de vegetatie, van kleine open plekken naar kruiden, struweel en bos. Hierdoor krijg je randen. Hoe meer randen hoe beter. Hoogteverschillen en randen zorgen voor variatie en je maakt er gradiënten mee tussen open en dicht, droog en nat, warm en koud, zon en schaduw, wind en windstil etc.. Dat alles is goed voor, je raadt het al, de biodiversiteit.

boomkikker kwaken 11 van 25

Foto 7. Roepende boomkikker. Met honderden aanwezig in de EDO laagtes in april.

Allemaal leuk en aardig, maar doe je niets dat groeit alles dicht. We leven in een vruchtbaar land met een klimaat van bos. Dat is de natuurlijke vegetatie. Het verwijderen van gras, struiken en bomen op ongewenste plaatsen is steeds nodig als je een (onnatuurlijk) hoge biodiversiteit op een klein terrein wilt behouden. Dat heet beheer.

De belangrijkste beheersmaatregel is maaien. Maar maaien is funest voor de fauna. Tijdens het maaien ontdekte ik hoe schadelijk deze maatregel is. Grote groene sabelsprinkhanen, wespenspinnen, moerassprinkhanen, bruine kikkers, boomkikkers, ringslangen, dwergmuizen, egels, putters en allerlei andere kleine dieren worden ineens van hun biotoop beroofd. Hoe is het mogelijk dat maaien nog steeds zo grootschalig wordt uitgevoerd in natuurterreinen? Nota bene met zware machines, die de bodem dichtrijden. Ik bedacht voor mijn terrein een alternatief: zeer kleinschalig en rommelig te werk gaan en nooit meer dan de helft van de vegetatie verwijderen. Met zeis, bosmaaier of maaibalk. Ik maai in smalle kronkelende banen, aan het einde van de zomer. En ik zag dat het werkte: in mijn hooiland gonst het van de insecten en ander klein gedierte. Er is veel meer leven dan in regulier hooiland in andere natuurgebieden.

gefaseerd maaien winter

Foto 8. Resultaat gefaseerd maaien in de winter, met veel overstaande vegetatie.

Overigens is bij maaien het tijdstip essentieel. Altijd midden op de dag bij hoge temperaturen, zodat koudbloedige dieren tijdig kunnen wegvluchten. Doe je dat niet dan vind je ringslangen en bruine kikkers terug, die door midden zijn gesneden (nu begrijp je meteen waarom ooievaars de maaimachine volgen als er in natuurgebieden wordt gemaaid).

Welkom in Edotopia!

Ga mee op excursie: Binnenste buiten op bezoek in Edotopia

Als kleine terreinbeheerder val ik buiten de boot wat betreft subsidie. Mijn droge heide, bloemrijk grasland en houtwallen zijn te klein en niet aaneengesloten om in aanmerking te komen. Subsidies worden helaas niet verstrekt op basis van biodiversiteit. Inrichting en beheer moet ik dus zelf bekostigen. Edotopia is daarom niet vrij toegankelijk. De lol en het plezier van echte, zelf gemaakte natuur bij huis wil ik graag met je delen. Je bent welkom op een workshop, rondleiding, cursus of in de luxe fotohut!

I9G3741

Foto 11. Filmploeg aan het werk in Edotopia.

Fotohut en workshops

Natuurfotografen kunnen in Edotopia hun hart ophalen, er is veel van alles en heel dichtbij. Een echt snoepwinkeltje. Leg het vast op een workshop of kom naar de luxe fotohut om vogels en nachtdieren te fotograferen.

Kom stage lopen

Studenten bos- en natuurbeheer kunnen bij mij (zonder kosten) een bijzondere stage volgen. Dat betekent: nadenken en handen uit de mouwen. Want je leert het beste door te doen. Mijn specialisme is ondernemen met natuur, dus als je zelfstandig ondernemer wilt worden ben je bij mij aan het juiste adres. Ik leer je uiteindelijk wat je hebt gemist op je opleiding: zelf je eigen geld verdienen, buiten de gebaande paden om.

Maak je eigen natuur: volg een cursus

Mijn stokpaardje is natuurverrijking. Wij mensen zijn in staat om natuur te maken en te verbeteren, om het zo in te richten en te beheren dat de biodiversiteit toeneemt. Dat mag best met kunstgrepen, zolang de soortenrijkdom ervan profiteert. Het is mij gelukt op 4 hectare eigen grond. Daar ben ik trots op. Nu spoor ik anderen aan om op eigen grond ook zelf echte natuur te maken.

Vooruitstrevende beheerders en particulieren met een lapje grond zijn welkom op een rondleiding of cursus. Ik neem je mee in mijn zienswijze en zal je met mijn enthousiasme (proberen te) overtuigen om zelf edotopen te realiseren. Ik leg je uit hoe je het aanpakt en hoe je dieren naar je terrein lokt.

 235 stenige plek muren

Foto 12. Natuursteen als superbiotoop.